1 Uitkomst van zaak-Shell
Shell heeft op 11 november 2024 het gerechtshof, in het proces in hoger beroep tegen Milieudefensie, ervan overtuigd dat:
- het zichzelf beperkingen opleggen (of beperkingen opgelegd krijgen) in het boren naar en verkopen van fossiele brandstoffen slecht is voor de economie van Shell zelf en voor die van Nederland;
- dat andere fossiele maatschappijen de winning, productie en levering van brandstoffen dan van Shell zullen overnemen of dat ze Shell in zijn geheel zullen overnemen; dat Shell de urgentie van klimaatverandering erkent maar dat er niet maar één fossiel bedrijf verplicht kan worden om diens productie te staken;
- dat Shell niet verantwoordelijk is voor de CO2-uitstoot van zijn klanten. Nee, burgers en bedrijven hebben de producten van Shell nodig om er warm bij te zitten, werk te (laten) verrichten, zich gemotoriseerd voort te bewegen etc. Er zijn nog niet genoeg hernieuwbare energiebronnen; we hebben gas als transitiebrandstof nodig;
- dat Shell de ambitie heeft om de eigen broeikasuitstoot (Scope 1 en 2), verbonden aan de productie van fossiele energie, per 2030 met 50% te verminderen en in 2050 100% uitstootvrij te maken. En om de uitstoot van klanten (Scope 3) per 2030 met 15-20% te verminderen.
In 2021 had de rechtbank Shell, eveneens op initiatief van Milieudefensie, nog gevorderd om zijn CO2-uitstoot in 2030 met 45% terug te dringen.
Ter ondersteuning van het argument “Shell is goed voor de Nederlandse economie” noemt Shell de aandeelhouders en pensioenfondsen die in Shell investeren en bedrijven die voor hun functioneren en winstgevendheid afhankelijk zijn van Shell, bijvoorbeeld KLM.
Shell stelt dat het veel geld investeert in energietransitie. En ook dat het zich toelegt op het winnen van gas dat bij verbranding minder CO2 veroorzaakt dan kolen en olie.
Shell is van mening dat de overheid een ecosysteem, met consistente koers, regels en begrenzingen, moet creëren waarin transitie-investeringen renderen (topman Sawan in interview NRC, 2024). Ook de voorganger van Sawan, Van Beurden, bepleitte het invoeren van overheidswege van CO2-belasting waardoor Shell vanzelf groener zou worden.
Shell miskent de stelling van Milieudefensie dat het veel macht heeft om de transitie te bespoedigen, ook al heeft Shell vennootschappen in 160 landen.
Het argument dat niet Shell maar de Nederlandse overheid de zorgplicht heeft voor de mensenrechten werd al na de uitspraak van de rechter in 2021 genoemd door Kalshoven (Volkskrant, 280521). Shell houdt zich aan de wet. Kalshoven vindt het absurd dat de rechtbank zich destijds alleen uitsprak over de eigen uitstoot van Shell, en niet die van de klanten (Scope 3).
Ook Van Soest (2021) meent dat de overheid de verdelingsprincipes en -grenzen dient te bepalen van de gemeenschappelijke natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen (‘commons’). Het is niet eerlijk en effectief om grenzen aan één onderdeel van het systeem, in casu Shell, op te leggen.
Davidson (Volkskrant, 140122) vindt het hachelijk om een bedrijf voor de rechter te slepen als normen en regels van de overheid ontbreken of onduidelijk zijn.
Deze argumenten gebruikte ook het Hof in zijn uitspraak op 11 november. De gang naar de rechter om een individueel bedrijf aan te pakken zijn niet geschikt. Het Hof vindt ook het argument overtuigend dat andere partijen dan Shell zullen klaarstaan om Nederland te voorzien van fossiele brandstof.
Aan de andere kant zijn bedrijven wel verplicht om mensenrechtenschendingen, o.a. schending van een gezond milieu, te voorkomen (volgens richtlijnen van de OESO). En het Hof houdt Shell aan de doelstelling die het bedrijf zichzelf heeft gesteld om 45% minder uitstoot te genereren van Scope 1, 2 en 3.
Kwalijke praktijken
Wat de verdediging van Shell de schijn van huichelarij geeft is dat Shell al heel lang – sinds 1986 - weet heeft van de gevaren van klimaatopwarming als gevolg van het verstoken van fossiele brandstoffen.
Urgenda heeft in 2019 de klimaatzaak tegen het Rijk gewonnen met het argument dat het Rijk kennis heeft van de gevaren van opwarming, met behulp van het kelderluik-arrest.
Het kelderluik van Shell staat al sinds 1986 open. Met misinformatie door een ingehuurde ‘expert’ Frits Böttcher heeft Shell zelfs getracht om het openstaande luik – het gevaar van klimaatopwarming door fossiele grondstoffen – nog meer te verduisteren. Of Shell nog steeds twijfelzaaiers subsidieert is voorshands niet bewezen (maar zie Boren et al. 280920).
Shell zegt te investeren in energietransitie. Verreweg het grootste deel van investeringsbudget van 19 à 22 miljard blijkt echter te gaan naar fossiele activiteiten. Bij niet-fossiele projecten van Shell zijn vraagtekens te plaatsen:
- biobrandstoffen
Shell heeft de ontwikkeling van een fabriek om uit slachtafval en frituurvet biobrandstof te maken in het begin van 2024 voorlopig stopgezet (Volkskrant, 020724). Het is natuurlijk de vraag of deze brandstof duurzaam is want de veeteelt waaraan Shell de ruwe grondstoffen wil ontlenen is op zichzelf een sector met zware fossiele uitstoot, die daarnaast nog veel andere schadelijke milieu-effecten heeft.
“Shell wil doen waar het goed in is.” Maar in Denemarken investeert Shell in bedrijf Nature Energy dat bedrijfjes onder diens hoede heeft dat het Deense mestoverschot wegwerkt door de mest te vergisten en daaruit methaan te winnen (FTM, 061224). Dat methaangas kan dan weer aan huishoudens worden geleverd. Het valt te voorspellen dat de Nederlandse politieke partij Boer-Burger-Beweging BBB dit initiatief als de ultieme innovatie beschouwt om de Nederlandse mestbrij weg te werken. De burger betaalt want het mestverwerkingsproces kost veel energie. Om die verwerking groen te wassen zal een deel van de duurzaam, met windmolens en zonnepanelen, opgewekte energie ingezet moeten worden.
- plastics
De wereld en zeeën worden vervuild door weggegooid plastic. De levende natuur wordt dood gemaakt door microplastics die de haarvaten en organen van organismen binnendringen. Toch investeert Shell in de grootste fossiele groeimarkt van de toekomst: (wegwerp)plastic (NRC, 221124). De opgepompte olie kan immers minder vaak geleverd worden aan het autopark dat gaandeweg elektrificeert, en moet een andere weg vinden. De recycling-industrie van plastic houdt het hoofd niet boven water omdat nieuw goedkoop plastic de markt opkomt waarmee niet te concurreren is.
NB Shell investeert ook in een fabriek in Moerdijk om plastic afval te recyclen.
- Carbon Capture and Storage (CCS)
Onlangs zijn de werkzaamheden voor de opslag van CO2 vanaf Rozenburg naar een leeg gasveld in zee begonnen, met andere partners, onder andere het havenbedrijf van Rotterdam, onder de naam Porthos. De overheid investeert minstens 2 miljard euro in dit project. De condities die de overheid heeft bedongen werden door de Algemene Rekenkamer ongunstig voor de overheid genoemd.
Blauwe waterstof is voor Shell in het kader van Porthos interessant: de elektrolyse wordt van energie voorzien met gas, de vrijkomende methaan en CO2 wordt in het lege gasveld gepompt.
Het gevaar ligt op de loer dat Shell en partners langer dan gewenst gas blijven oppompen. Aan de andere kant lijkt in de transitie naar groene waterstof de productie en het transport van de blauwe variant een onvermijdelijke en nuttige voorbereiding te zijn (Visser, 2024). Met CO2-beprijzing kan de overheid de transitie van blauw naar groen beïnvloeden.
- Zakelijke vluchten
Shell staat in de lijst van de mondiale top-25 zakelijke flyers van Transport & Environment. Volkswagen bezet de oneervolle eerste plaats.
Conclusie
Ondanks toezeggingen van Shell om een rol van betekenis te spelen in de transitie naar duurzame energie valt van die pogingen na de uitspraak van het gerechtshof weinig te verwachten, ook niet of nauwelijks op basis van hierboven beschreven initiatieven.
Procedures tegen andere grote uitstoters zullen waarschijnlijk ook geen bijdrage hebben in het reduceren van CO2-uitstoot.
De overheid zal zelf het speelveld moeten inrichten en wegen moeten zoeken om investeringen te laten vloeien van fossiel naar duurzaam.